Het Ponceletrad van de getijdenmolen:

De oudste, nog werkende getijdenmolen ter wereld staat in Rupelmonde. Reeds in 1187 stond er een grafelijke molen, hoewel de precieze functie niet gekend is. In 1517 werd er een getijdenmolen opgericht, die in 1567 afbranddde. Omdat Rupelmonde niet bij machte was om de helft van ervan op haar kosten te herbouwen. Het geheel werd dan herbouwd op kosten van de graaf, die zo weer alleen eigenaar werd. In 1963 werd het beroepsmatig malen gestopt en in 1998 werd de getijdenmolen erkend als gerestaureerd monument.   

Het houten binnenwerk van assen en raderen was erg aan slijtage onderhevig en werd dus meermaals vervangen. De twee raderen die vroeger drie molens aandreven (een tarwe-, rogge- en schorsmolen) zijn nu vervangen door een Poncelet Rad. Het is een houten waterrad van zes meter doorsnee en één meter breed. Het rad is ontworpen door de Franse ingenieur Jean-Victor Poncelet. Hij zorgde in het begin van de 19de eeuw voor een verbetering bij de al bestaande watermolentechnologie. Door de maalsluis schuin te plaatsen, stroomt het water aan hoge snelheid tegen de onderkant van de plaatijzeren pluiplanken, wat ervoor zorgt dat er voldoende kracht is om het rad in beweging te krijgen maar ook niet te veel zodat het rad niet onder water kom te staan en wordt gestopt. Twee keer per dag zorgt het getij vanuit de Noordzee voor vloedwater dat de molen kan draaien. De molen is een korenmolen en dat wilt zeggen dat uit graan meel wordt gemalen. Sinds 1982 is de getijdenmolen een wettelijk beschermd monument.