top of page

De CNR scheepswerf te Rupelmonde

Daan Van Den Bergh

Elke dag eet je wel eens iets dat uit het buitenland komt, zonder al te veel na te denken over hoe al deze producten bij ons komen. Dit geldt niet alleen voor voedsel, maar ook voor kleren, speelgoed,… Op dit moment varen er ongeveer 50.000 schepen in onze oceanen. We nemen je terug naar het begin van de twintigste eeuw. Hoe gingen we toen om met water als transportmiddel? Scheepswerven waren zeer belangrijk voor het repareren en restaureren van verschillende soorten schepen, maar hoe ging het er daar aan toe? We nemen een kijkje op de CNR scheepswerf te Rupelmonde.  
Deze functionele scheepswerf is opgericht in 1913, maar kwam door de Eerste Wereldoorlog pas in 1920 echt op dreef. Toen heeft men er een atelier bijgebouwd dat specifiek gericht was op mechanica. In 1927 kende de werf een grote uitbereiding, toen de werf als eerste van België begon met het repareren van dieselelektrische boten en tankschepen. Schepen werden aan land geassembleerd om uiteindelijk te water te worden gelaten met veel mankracht. Tot 1945, want toen is men er beginnen lassen. Dankzij deze veel efficiëntere techniek kon er in verschillende secties gewerkt worden. In 1962 kwam er een nieuwe uitbereiding met het plaatsen van een nieuwe helling, en rond 1980 was uiteindelijk de laatste bloeiperiode met de bouw van acht mijnenjagers.  
De eerste Belgische tankschepen werden er gebouwd, naast honderden kustvaarders, passagiersschepen, sleepboten, vrachtschepen, baggermolens,… die besteld werden vanuit veel verschillende landen. Schepen van over de hele wereld werden er binnengebracht voor herstel. Zo werd de scheepswerf een belangrijke speler op internationaal vlak, ondanks de bescheiden omvang van Rupelmonde. De scheepswerf was een echt familiebedrijf waar maar liefst 500 schepen op 80 jaar tijd te water zijn gelaten.  
De bouw van de mijnenjagers in 1980 was uiteindelijk het laatste wapenfeit, in 1995 werden de deuren van de Chantier Naval de Rupelmonde definitief gesloten. In 1999 werd de scheepswerf nog overgekocht door het gemeentebestuur, waarna de werf werd gesloopt. Van de 8 ha grond schiet uiteindelijk nog 1,5 ha over, die later werd erkend als historisch erfgoed. Door de plaatsing van een nieuwe loods kreeg de werf terug een beetje leven. Het kreeg de nieuwe naam ‘Centrum Nautisch Rupelmonde’ en begon met het bouwen en restaureren van klassieke, houten schepen door vrijwilligers. In de loods bevindt zich nu een kleine bibliotheek met meer dan 500 boeken over scheepsbouw en er worden af en toe activiteiten georganiseerd voor lagere scholen, zoals meevaren met een boot of een kleine excursie.

CNR scheepswerf: Over
bottom of page