top of page
cbe06736-80ba-42c0-980d-bb0fc00330f9.jfif

Het poorthuis

Reputatie, sociale status, aanzien,… het zijn maatschappelijke aspecten waar zelfs wij ons nog mee bezig houden. Dat was niet anders in de 19e eeuw, zeker onder de elites, aangezien het bepaalde welke rechten en plichten je had.  


We bevinden ons in het kloppende hart van Bazel, het kerkplein. Het poortgebouw geeft met zijn metershoge torens, Tudorvormige doorgang en schietgaten een eerste imposante indruk. Op de poort vinden we het wapenschild van de familie Vilain XIIII terug. Zij kregen het kasteel in handen in 1779 en bleven er een paar eeuwen wonen. 139 jaar lang leverden ze de burgemeesters van Bazel.  

Dit alles brengt ons een paar eeuwen terug in de tijd… 

De geschiedenis van de familie Vilain XIIII is nauw verweven met die van Vlaanderen. Ze stamden af van de burggraven van Gent en hadden grote landerijen in de ruime omgeving rond die stad. Ze hadden banden met de grote Vlaamse adellijke clans en bekleedden hoge functies in het pre-bourgondische Vlaanderen. De oudere tak had connecties met het Spaanse en Franse hof. Maar het is uit de jongere tak dat de huidige familie Vilain XIIII stamt die in Bazel is komen wonen. Zij speelden vooral een belangrijke rol in de geschiedenis van het onafhankelijke België. En het is daar dat de geschiedenis van ons poortgebouw begint. 


Op een oude gravure van rond 1640 uit een publicatie van Sanderus, kunnen we opmaken hoe het kasteeldomein er toen uitzag. Hoewel sommige details op de tekening niet kloppen, zien we duidelijk dat het kasteel nog volledig omgeven is door water en toegankelijk is via een houten brug. De hedendaagse toegangspoort bestond toen nog niet. 

  

In 1832-1833, vlak na de Belgische onafhankelijkheid, werd de toegang tot het kasteel verlegd in westelijke richting. De oude kasteeldreef mondde dus niet meer recht op het kasteel uit en werd dus onbruikbaar. De bezoekers werden het domein niet meer ingeleid via het neerhof. In de plaats daarvan werd het huidige poorthuis gebouwd. Het was één van de eerste gebouwen die in neogotische stijl gebouwd werden. 

  

De toegangspoort past in het algemeen goed bij zijn omgeving. We vinden aan weerszijden gebouwen terug in min of meer dezelfde stijl. Zo was ‘de Eenhoorn’ vroeger een vierschaar. Het ‘Klein Kasteel’ aan de andere kant verleende vroeger toegang tot een neogotische kapel en is nu omgebouwd tot moderne lofts. 

  

De ontwerper van de toegangspoort van het kasteel is onbekend. Toch zijn er vermoedens dat hij zich inspireerde op het kasteel van Windsor. Philippes vrouw, Zoé de Feltz, verbleef daar als eredame van koningin Louise-Marie, echtgenote van Leopold I. Ze uitte haar bewondering voor dit kasteel in brieven aan haar man, met zelfgemaakte tekeningen als bijlagen.  

  

Philippe Louis was duidelijk uit op aanzien met zijn imposante bouwwerken. De gemeente Bazel heeft hier zeker ook de vruchten van geplukt, want naast functionele gebouwen zoals het gemeentehuis en een ziekenhuis stichtten ze ook nog een jongens- en een meisjesschool. Daarnaast was hij in Bazel en Rupelmonde zeker een grootgrondbezitter. Hij kocht tussen 1798 en 1813 veertien stukken grond (26 ha), waar hij onder andere zijn kasteeldomein mee uitbreidde.  

  

Verder is hij ook actief geweest op financieel en economisch vlak. Hij richtte bedrijven op en was aandeelhouder van verschillende zaken. De uitbreiding van zijn domein van Wissekerke en zijn bouwactiviteiten in Bazel moesten zijn maatschappelijke prestige in de verf zetten.

Toegangspoort Kasteel Wissekerke: Over
bottom of page